v De Chocoladereep

Afbeelding chocolade reep

 

De

Chocoladereep

Het eerste jaar dat ik moest gaan werken werd ik ook als loopjongen gebruikt. Dat was heel gewoon. Even een boodschap doen, een bestelling wegbrengen. Op de transportfiets, of als het veel was met de bakfiets. Nu kon je in het grafische vak niet naar school als je geen lid was van de grafische bond. Geen lid, geen leerovereenkomst. Dus ik werd lid. De contributie werd iedere maand op het werk opgehaald door een collega die in het afdeling’s bestuur zat. Nu wil het toeval dat ik als jongste leerling een drukproef weg moest brengen naar de Orgachemia in Lennisheuvel. Op de fiets natuurlijk. Er komt een collega leerling op me af en vraagt of ik even bij hem thuis langs kan gaan en aan zijn moeder vragen of ze zijn contributiekart mee wil geven. Hier werd op afgestempeld of je betaald had ja of nee.
“Dat doe ik”, zeg ik. Het is tenslotte mooi weer dus waarom niet. Ik pak mijn fiets en rij eerst naar zijn huis. Ik vertel zijn moeder wat de bedoeling is en ze gaat naar binnen om die kaart te halen. Als ze terug komt geeft ze me die kaart en een dikke reep chocolade.
“Wil je die ook geven” vraagt ze, “dat zal hij wel lekker vinden”
“Ja hoor” zeg ik, en pak de reep en de kaart, stap weer op mijn fiets en trap verder richting Lennisheuvel. Halverwege stop ik, haal die reep uit mijn zak, scheur het papier eraf en snoepend fiets ik weer verder. Ik lever de proeven af en fiets op mijn gemak weer terug. Op de zaak aangekomen geef ik mijn collega zijn bondskaart en ga weer verder met het werk waar ik mee bezig was.
De volgende dag komt hij maar me toe en vraagt of zijn moeder niet nog iets mee gegeven had. Tegelijk met die kaart.
“O, ja ” zeg ik “Een reep chocolade. Maar die is in mijn jaszak gesmolten. Ik heb hem onderweg in de vuilnisbak gegooid. Heel mijn jaszak zat motdomme vol chocolade” 
   
OOOOOOOOOO OOOOOOOOOO